Tuesday, April 10, 2007

Bezwaar tegen bestemmingsplan ingediend

De vereniging Stop Fountainhead heeft i.s.m. de advocaat Sarolea een bezwaarbrief geschreven tegen het besluit van de stadsdeelraad Zeeburg tot vaststelling bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden d.d. 23 januari 2007.
Je kunt de gehele brief hier lezen.

Bezwaar tegen goedkeuring bestemmingsplan

Aan het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
p/a secretaris Amsterdamse Planologische Commissie
Postbus 2758
1000 CT Amsterdam

Amsterdam 21 maart 2007

Betreft: bedenkingen met betrekking tot besluit stadsdeelraad Zeeburg tot vaststelling
Bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden d.d. 23 januari 2007


Geacht College,

Bij deze dienen wij als vereniging 'Stop Fountainhead' bedenkingen in tegen een aantal aspecten van het besluit tot vaststelling van het Bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden.

Allereerst brengen wij naar voren van oordeel te zijn dat gezien de nauwe betrokkenheid van het centrale stadsbestuur bij de invulling van en realisatie van bouw op het bestemmingsvlak direct ten westen van Ertskade 105, het planonderdeel Fountainhead, uw College in het kader van uw wettelijke hoorplicht het onderhavige besluit in handen dient te stellen van de PPC of een van haar andere subcommissies, maar in ieder geval aan een andere commissie dan de Amsterdamse Planologische Commissie (hierna wordt nog nader aangegeven waaruit die nauwe betrokkenheid bestaat). Ter onderbouwing van dit oordeel wordt verwezen naar de uitspraak van de ABR d.d. 28 oktober 1997, AB 1997, 458, die leert dat zelfs de schijn van een partijdige beoordeling van het besluit vermeden dient te worden.

Alvorens inhoudelijk onze bedenkingen op hoofdpunten nog nader te preciseren verzoeken wij u om alle eerder door ons naar voren gebrachte bezwaren, alsmede al hetgeen door de woordvoerders van de fracties van PvdA, VVD, Groen Links, SP en D’66 op de vergadering van de commissie van Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer d.d. 9 januari 2007 naar voren is gebracht als hier ingelast in dit schrijven aan te merken. In verband met de bijdrage van voormelde deelraadsfracties, die een meerderheid in de raad vormen wordt verwezen naar het als bijlage I aangehechte onderdeel van de gemeentelijke notulen van de vergadering.

Belangrijkste bezwaren: een bovengrondse parkeergarage midden in de woonwijk en overschrijding woningaantallen ondanks grotere bevolkingsdichtheid dan voorzien

Het thans bestreden bestemmingsplan geeft groen licht voor de vergroting van de al eerder toegestane bebouwing door een verbreding van de flanken van 0,4 meter aan de noordflank en 3,4 meter aan de zuid- en oostflank, dit over de volle hoogte tot en met de bovenste twintigste bouwlaag, waarbij ook in het middengebied van het U-vormige bouwvolume thans 5 bouwlagen worden toegestaan tegen in het vigerende bestemmingsplan 1 bouwlaag. Door deze wijziging van het vigerende bestemmingsplan wordt het technisch en economisch haalbaar om in de zo ontstane massieve onderbouw van 5 bouwlagen een bovengrondse parkeergarage en in het vergrote U-vormige bouwvolume een substantieel groter aantal woningen te realiseren.

Bovengrondse parkeergarage: strijd met een goede ruimtelijke ordening

Er wordt primair bezwaar aangetekend tegen de wijziging van het bestemmingsplan omdat deze een grote ‘open’ parkeergarage, bovengronds over drie bouwlagen, midden in de bestaande woonwijk, mogelijk maakt. Het door de stadsdeelraad vastgestelde plan zal bij goedkeuring leiden tot een gebouw dat zich, over drie bouwlagen, manifesteert als een parkeergarage, met daarin naar alle zijden open gaten, voorzien van tralies en een hiermee samenhangende kille uitstraling op de omgeving. Van woningen is pas sprake vanaf de zesde bouwlaag. Deze hoog gelegen woningen hebben geen invloed en uitstraling op de directe omgeving van het gebouw, met alle negatieve effecten van dien voor woonsfeer, de veiligheidsbeleving en sociale controle op delen van het maaiveld van de direct aangrenzende woonbuurt.

Voorts leidt deze enorme bovengrondse parkeergarage, met 265 parkeerplaatsen, tot lawaai en stank van uitlaatgassen van startende en voor de liften wachtende auto’s, hinder ’s avonds van koplampen en uitzicht op “tl-licht”.

En als laatste maar niet onbelangrijkste bezwaar leven dat pas begint vanaf de zesde bouwlaag met alle negatieve effecten van dien voor ook de veiligheidsbeleving en sociale controle op delen van het maaiveld.

In reactie op de diverse naar voren gebrachte bezwaren is door het Dagelijks Bestuur lange tijd volstaan met de feitelijk onhoudbare en daarom ook onbegrijpelijke reactie ‘dat door geïntegreerde architectuur de verschillende functies achter de gevel niet van elkaar zullen kunnen worden onderscheiden’. Ook het aanvankelijk ingenomen standpunt dat de effecten op de “directe omgeving” waren onderzocht bleek niet houdbaar: nergens in het dossier is gebleken van een onderbouwing, integendeel: zo blijkt er voor wat betreft de effecten voor het ruimtelijke beeld feitelijk alleen te zijn geschouwd op grote afstanden van 300 meter en meer. Voorts viel in de Ruimtelijke Onderbouwing opgesteld ten behoeve van een gestarte artikel 19.2 WRO procedure zelfs te lezen dat een aspect als dat van de sociale veiligheid “buiten beschouwing” was gelaten. Overige gebreken in de voorbereiding van de besluitvorming bleken te zijn het ontbreken van onderzoeksgegevens naar de concentratie en verplaatsing van uitlaatgassen vanuit de open (niet mechanisch geventileerde) garage, dit ondanks de directe nabijheid van woningen, naast, maar ook recht boven de parkeergarage.
Tot slot bleek voorts ook het eigen beleid van het stadsdeel Zeeburg zich te verzetten tegen de realisatie van een grootschalige bovengrondse parkeergarage als thans mogelijk gemaakt door het vergrote bouwvolume dat het nieuwe besluit toestaat. Waar ook elders besturen inmiddels ingezien hadden dat grote bovengrondse parkeergarages midden in woonwijken algemeen als planologisch onwenselijk worden aangemerkt gold dit ook al voor Zeeburg. Alleen volgde op de erkenning van deze beleidslijn in het kader van de al eerder genoemde, op het thans bestreden besluit vooruitlopende artikel 19.2 WRO procedure, een curieuze reactie van het Dagelijks Bestuur: “Het bouwen van parkeergarages bovengronds is, daar waar dit ruimtelijk gezien aanvaardbaar is, niet strijdig met deze beleidslijn. Immers, het parkeren gebeurt zo niet op straat, zodat daar (parkeer) ruimte behouden blijft”. Waar de ruimtelijke onaanvaardbaarheid nu juist in principe gegeven is met voormelde beleidslijn en inhoudelijk door het Dagelijks Bestuur op geen enkele wijze, met planologisch relevante argumenten, duidelijk gemaakt kon worden waarom er in deze wel sprake zou zijn van een ruimtelijk aanvaardbaar plan, erkende begin dit jaar een overgrote meerderheid van de raadsleden uit de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer dat de bovengrondse parkeergarage in strijd komt met een goede ruimtelijke ordening.

Uit de notulen van de commissievergadering d.d. 9 januari 2007 :

“VVD Jan Stronks betreurt dat er gekozen wordt voor 3 bovengrondse parkeerlagen”

“Groen Links Astrid Kuiper vraagt of nog overleg mogelijk is over het eventueel toch realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen en of dit financieel haalbaar is.
PvdA Herbert de Bruijne roept het DB om hierover in gesprek te gaan met de projectontwikkelaar en daarbij de verhoogde appartementsprijzen als argument te betrekken”

“D66 Asha Khoenkhoen vraagt zich net als de andere fracties af of er nog mogelijkheden zijn om de parkeerplaatsen toch ondergronds aan te leggen. SP Mark van Dongen sluit zich hierbij aan”.

De argumenten die het Dagelijks Bestuur vervolgens in reactie op deze bezwaren hanteerde geven geen blijk van kennis noch van het dossier noch van de bevoegdheden en de toets die ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening verricht dient te worden:

“DB Nico Papineau Salm geeft aan dat de welstandscommissie de bovengrondse inpandige parkeerlagen in orde heeft bevonden. Het DB heeft de ontwikkelaar verzocht om te proberen om de parkeervoorzieningen ondergronds te realiseren, maar het is niet de bevoegdheid van het DB om dit voor te schrijven. Omdat het gebouw deels in water wordt gebouwd heeft de ontwikkelaar gekozen voor een bovengrondse inpandige oplossing”.

Uiteindelijk heeft een meerderheid van de raad op de stadsdeelraadsvergadering van 23 januari 2007 (toch) ingestemd met het plan inclusief bovengrondse parkeergarage onder heftig opgevoerde druk van financiële argumenten en angst dat de centrale stad zou ingrijpen. Wat betreft de rol van en de druk vanuit de centrale stad, die de grondslag vormt van het hierboven gedane verzoek om het dossier in handen te stellen van de PPC in plaats van de APC, wordt verwezen naar de volgende door het DB niet weersproken uitlatingen van de woordvoerders van de VVD en PvdA, ontleend aan de gemeentelijke notulen:

“VVD Olav Wagenaar merkt op dat er veel belangen gewogen moeten worden en het onmogelijk is aan alle wensen tegemoet te komen in een bestemmingsplan voor een wijk die opgezet is door de centrale stad”

“PvdA Herbert de Bruijne geeft aan de stukken m.b.t het lastige onderwerp Fountainhead goed bekeken te hebben (..) Als de plannen worden aangepast, waardoor de grond minder oplevert, zal het Stadsdeel door de gemeente op de vingers worden getikt en zal er een grootstedelijk project van worden gemaakt waar het Stadsdeel helemaal geen zeggenschap meer over heeft. Deze wurggreep heeft tot gevolg dat het volgens de PvdA onwenselijk is om het plan in de koelkast te zetten”.

Net zoals een overheid moet oppassen bij het stellen van financiële voorwaarden aan de bereidheid om medewerking te verlenen aan een wijziging van een bestemmingsplan (HR 3 april 1998, AB 1998, 241) mag (financiële) druk van derden niet bepalend zijn om ondanks raadsbreed gebleken bezwaren van planologische aard toch medewerking te verlenen aan een wijziging van het bestemmingsplan. Dit heeft naar ons oordeel de stadsdeelraad miskend. Zonder dat na de voormelde commissievergadering van begin dit jaar, waar bleek van ernstige raadsbrede bezwaren, nog nader inhoudelijk debat over de parkeergarage is gevoerd, werd in de raadsvergadering het plan zonder voorbehoud goedgekeurd tezamen met een motie, die op geen enkele wijze tegemoet lijkt te kunnen komen aan de bezwaren.

De PvdA motie die werd aangenomen “om het Dagelijks Bestuur op te dragen met de projectontwikkelaar in gesprek te gaan over het gevelaanzicht van de drie bovengrondse parkeerlagen. Te onderzoeken of er alternatieven zijn en de raad daarover te informeren” lijkt, alleen al om ventilatietechnische redenen, een lege huls.

Hierbij verdient nog aantekening dat een van de stadsdeelraadsleden van de PvdA uit de school heeft geklapt over de weinig verheffende en vooringenomen wijze waarop een deel van de fractie van deze partij zou hebben geopereerd en zelfs vooraf zou zijn geïnstrueerd. Verwezen wordt naar de inhoud van het bij dit schrijven gevoegde raadsadres d.d. 8 februari 2007, dat aangeeft dat ook in dit opzicht ten aanzien van in ieder geval een deel van de raad geldt dat de besluitvorming niet heeft voldaan aan de daaraan te stellen eisen

Omdat de diepte- en hoogtemaatwijzigingen, die de bovengrondse parkeergarage mogelijk maken, getuigen van slechte ruimtelijke ordening verzoeken wij u aan dit onderdeel van het bestemmingsplan goedkeuring te onthouden.

Grotere bevolkingsdichtheid dan voorzien

a. Woningdichtheid.

Op dit moment zijn er 955 woningen op Sporenburg gebouwd. Met de bouw van Fountainhead komen hier 236 woning bij waarmee het totaal op 1191 woningen komt.
Hiermee wordt het aantal woningen dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan was voorzien substantieel overschreden, terwijl tegelijkertijd ook gebleken is dat de bevolkingsdichtheid groter is dan destijds voorzien.

b. Bevolkingsdichtheid

Op dit moment overstijgt het bewonersaantal ruim de prognoses voor de bevolkingsdichtheid op Sporenburg. De precieze overstijging en de aard van die overstijging is moeilijk vast te stellen en moeilijk uit de ondoorzichtige tabellen van de gemeente op te maken. Maar uit het grote tekort aan schoollokalen valt te concluderen dat het hier vooral om een onverwacht groot aantal kinderen gaat. En uit de enorme aantallen kinderen op met name Sporenburg valt te concluderen dat deze onvoorzien grote kinderbevolking zich vooral op Sporenburg bevindt.

Ook dit aspect van de onverwacht grotere bevolkingsdichtheid, die nu al een grote druk op de wijk zet, is in feite erkend door de raad, waarbij, nogmaals, de woordvoerder van de grootste voorstander van het besluit, de PvdA fractie, wordt geciteerd (ontleend aan de notulen commissie vergadering 9 januari 2007: “PvdA Herbert de Bruijne (..) Als hij als stedenbouwkundige leek nu zou moeten besluiten, zou hij wellicht tot een andere inrichting van het gebied en bebouwing komen vanwege de veranderde bevolkingssamenstelling. Probleem is echter dat de opbrengst van grond in principe al is uitgegeven”.

Bovenstaande planologische feiten hadden aanleiding moeten zijn om in de eerste plaats te streven naar het uitbreiden van de openbare voorzieningen en het niet verder laten stijgen van de woonbebouwingdichtheid, zeker niet tot boven het bestuurlijk vastgestelde maximum.
Ook in dit opzicht voldoet de besluitvorming niet aan de eisen en verzoeken wij u om aan het onderdeel Fountainhead uw goedkeuring te onthouden. De vergrote diepte- en hoogtematen, met als doel de uitbreiding van het aantal op dit bouwvlak realiseerbare woningen, getuigt niet van een goede ruimtelijke ordening, gebaseerd op de meest actuele inzichten.


c. Onvoldoende speelgelegenheid

Voldoende speelvoorzieningen voor de kinderen dient zwaar te wegen bij de in deze in acht te nemen belangen. Het ‘locatie onderzoek trapveld bij Fountainhead’ van DRO constateert op blz. 7 “dat de bevolking van Borneo Sporenburg jong is; het percentage kinderen ligt aanzienlijk hoger dan het stedelijke gemiddelde. De eilanden zijn zeer kinderrijk”. In aansluiting hierop is door de raad erkend dat er nu al een tekort is aan speelvoorzieningen voor kinderen en dat dit tekort nog verder zal toenemen met de toevoeging van nog een aanzienlijk aantal extra woningen en acht schoollokalen in het gebied, als de thans in het zelfde bestemmingsplan ook voorziene landwinning niet voldoende speelplaats genereert. De komst van deze landwinning is evenwel niet voldoende gegarandeerd, waarbij wordt opgemerkt dat uit het dossier niet gebleken is van een verrichte watertoets en ook een waterparagraaf die aan alle daaraan te stellen eisen voldoen. Ook lijkt het terrein te klein om de huidige speelruimte te compenseren, laat staan om in de door nieuwbouw bijkomende extra behoefte te voorzien. Van belang is voorts dat een bestemmingsplan niet dwingt tot realisatie en dat ook in dit opzicht een gegarandeerde koppeling tussen de nieuwbouw en de landwinning ontbreekt. Wij verzoeken u daarom (subsidiair) om in ieder geval aan het onderdeel Fountainhead ook dan de goedkeuring te onthouden als mocht blijken dat het gemeentebestuur niet in staat is om, voordat u een besluit neemt, voldoende nieuwe speelruimte middels landwinning, gelijktijdig aan de oplevering van Fountainhead, ook zwart op wit te garanderen.


Luchtkwaliteit.

De parkeergarage beslaat 3 bijna volledige verdiepingen van 64 x 64 meter, een oppervlak van ruim 10.000 m2. Op dit oppervlak parkeren 265 auto’s. De verkeersbewegingen van deze auto’s in de garage, inclusief het wachten voor de autoliften om naar buiten te gaan en het wachten buiten om naar binnen te komen, genereren een significante emissie, die niet in onderzoeken is betrokken. Op dit punt voldoet het bestemmingsplan niet aan de daaraan te stellen eisen.

Wat betreft de extra verkeersaantrekkende werking die het gevolg zal zijn van de bouw van Fountainhead geldt dat het vereiste onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet naar behoren is verricht, omdat aan het Ingenieursbureau Amsterdam gegevens zijn verstrekt over verkeersintensiteiten, die onwaarschijnlijk zijn en ondanks herhaald verzoek niet zijn voorzien van een onderliggende onderbouwing. Met name voor het tracé Piet Heinkade (Oostelijke Handelskade-Piet Heijntunnel en de daar te verwachten overschrijding van NO2) geldt dat onwaarschijnlijk is dat het aantal passerende voertuigen gedaald zal zijn van 21.490 naar 18.870. Ook is het tot uitgangspunt genomen aantal auto’s dat vanuit/ naar Fountainhead gebruik zal maken van de Piet Heintunnel (en dat na naar voren gebrachte bezwaren enigszins werd aangepast) niet voorzien van een nadere uitleg en/of onderliggend onderzoek. Omdat een deugdelijke input in het door IBA gehanteerde model van cruciaal belang is voor een deugdelijke toetsing aan de toepasselijke Europese grenswaarden is er, mede gezien het totale aantal autobewegingen, sprake van een gebrek dat meebrengt dat ook op dit punt de besluitvorming niet in stand kan blijven. Daarnaast heeft de vereniging tot slot nog als apart punt van bezwaar, in verband met de toetsing aan de PM-10 grenswaarde, de op basis van het Besluit Luchtkwaliteit toegepaste zeezoutcorrectie, nu niet gebleken is van het bestaan van bewijsstukken, die aantonen dat de toegepaste correctie betrekking heeft op een verontreiniging door een natuurverschijnsel als bedoeld in artikel 2 sub 15 van de Europese Richtlijn 1999/30/EG. Waar de Richtlijn bepalend is, is ook in dit opzicht sprake van een gebrek in de verrichte toetsing.


Discrepantie tussen vrijstellingsbesluit en bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan bepaalt over de hoogte dat er maximaal twintig bouwlagen mogen worden gerealiseerd, waarbij dit maximale aantal alleen in de poten en rug van het U-vormige bouwvolume mag worden gerealiseerd en de hoogte van het middengebied beperkt is tot één bouwlaag. In 2005 werd voor het middengebied vrijstelling verleend, op de voet van artikel 19.2 WRO, om dit deels te bebouwen tot ook 20 bouwlagen hoog en voor het resterende deel met drie bouwlagen erbij, derhalve tot vier bouwlagen hoog. In 2006 werd evenwel een bebouwing vergund waarbij, integraal doorlopend vanuit de U het hele middengebied reikte tot en met de vijfde bouwlaag. Hoewel het Dagelijks Bestuur, hiermee geconfronteerd, nadrukkelijk heeft verklaard dat niet zal worden afgeweken van wat het artikel 19 WRO vrijstellingsbesluit aan bouwlagen extra heeft toegestaan, is in het nu vastgestelde bestemmingsplan toch de hoogte voor het middengebied, maar thans in meters, zodanig vastgesteld dat het daar nu is toegestaan om een parkeergarage te realiseren “tot en met de vijfde bouwlaag”. Ook dit aspect brengt mee dat de besluitvorming geen stand kan houden.


Ten onrechte is de wijziging niet getoetst aan de Hoogbouweffectrapportage.

De aanzienlijke verdikking van de poten en rug van het U-vormige bouwvolume tot en met de twintigste bouwlaag en de volledige bebouwing van het middenstuk tot en met de vijfde bouwlaag heeft gevolgen voor hoe het gebouw ervaren wordt, zowel op grotere afstand als in de directe omgeving. Waar hoogbouw op het onderhavige bestemmingsvlak en de invloed op de bestaande stedenbouwkundige structuur destijds nadrukkelijk onderwerp van onderzoek is geweest in de Hoogbouweffectrapportage is nagelaten om deze rapportage bij de voorbereiding van het thans bestreden besluit te betrekken. Ook in dit opzicht is de bestreden besluitvorming niet voldoende zorgvuldig voorbereid, een apart voor de hoogbouw in dit plangebied opgestelde HER behoort zich in een dossier als het onderhavige te bevinden.

Er is voorts onvoldoende ingegaan op de constatering dat de nieuwbouw in haar huidige vorm ter plaatse van de (enige) looproute naar de basisschool, die onder het gebouw loopt, uit oogpunt van windhinder een zeer kritische, onacceptabele, situatie oplevert.

Conclusie: het is op grond van voorgaande bedenkingen dat wij u verzoeken om aan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden, voorzover dat betrekking heeft op het bestemmingsvlak direct ten westen van Ertskade 105 (planonderdeel Fountainhead) goedkeuring te onthouden.

Vereniging "Stop Fountainhead'
(ingeschreven KvK onder nummer 34248166)

Sunday, October 01, 2006

Lid worden van de vereniging Stop Fountainhead?

De strijd is nog lang niet gestreden. Sterker nog: het begint pas.
De vrijwilligers van de vereniging Stop Fountainhead zullen de strijd blijven voeren, maar de mate waarin de advocaat ingezet kan worden hangt mede af van jouw bijdrage, dus wordt lid, donateur of meld je aan als vrijwilliger van de vereniging.

Vereniging Stop Fountainhead
Postbank rekening 4904983
stopfountainhead@xs4all.nl
http://stopfountainhead.blogspot.com/

Thursday, July 27, 2006

Bericht van de 'juridische commissie' van de vereniging Stop Fountainhead

Stand van zaken 25 juli 2006 juridische procedures en inschakelen advocaat:

‘Aangevraagde vergunningen’

Ten behoeve van de verwezenlijking van het bouwproject Fountainhead heeft de ontwikkelaar 2 vrijstellingen en een bouwvergunning aangevraagd:
-een vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 van de Wet Ruimtelijke ordening (WRO) om af te mogen wijken van het geldende bestemmingsplan.
-een aanvraag voor een bouwvergunning
-een vrijstelling op grond van artikel 15 van de Wet Ruimtelijke ordening om te mogen bouwen buiten de toegestane rooilijnen.

De vrijstellingen zijn niet zelfstandig bruikbaar; alleen in combinatie met een bouwvergunning. Als de bouwvergunning is verleend gaan de vrijstellingen deel uitmaken van de bouwvergunning.

Stand van zaken:
- De vrijstelling op grond van artikel 19 WRO is najaar 2005 verleend
- Volgens informatie van het stadsdeel zal het stadsdeel na de zomervakantie een besluit nemen over de verlening van de vrijstelling op grond van artikel 15 WRO en de bouwvergunning.

Wij gaan er van uit dat het stadsdeel de bouwvergunning daadwerkelijk zal gaan verlenen, gelet op het grote (financiële) belang dat het stadsdeel heeft bij het doorgaan van dit prestige project.

Om onze eisen ingewilligd te krijgen zal Stop Fountainhead daarna een juridische procedure tegen dit besluit van het stadsdeel starten:

1.‘Indienen bezwaarschrift’

Binnen 6 weken nadat het stadsdeel het besluit over de bouwvergunning heeft genomen, kunnen wij een bezwaarschrift tegen de bouwvergunning met de bijbehorende vrijstellingen indienen bij het Dagelijks Bestuur.

Als er een bezwaar is ingediend is de gemeente verplicht een adviescommissie in te stellen die dit bezwaar behandelt en een hoorzitting houdt om de indieners van het bezwaar de gelegenheid te geven hun bezwaar toe te lichten. De adviescommissie brengt advies uit aan het dagelijks bestuur. Hiervoor gelden geen wettelijke termijnen, maar gebruikelijk is dat een gemeenten gemiddeld zeker 10 weken nodig hebben om een bezwaar te behandelen.

2.‘verzoek om voorlopige voorziening’.

Een besluit (tot verlenen bouwvergunning) is door het instellen van een bezwaar of beroep niet automatisch geschorst: de activiteit zou dus wel doorkunnen gaan, als de projectontwikkelaar dit risico zou willen nemen.

Voor het stil leggen van activiteiten moet een apart verzoek wordt ingediend bij de President van de Rechtbank. Een dergelijk verzoek heet een ‘verzoek om voorlopige voorziening’.
Om een voorlopige voorziening kan alleen wordt verzocht indien er een ‘spoedeisend belang’ is, dus als er daadwerkelijk aanwijzingen zijn dat men met de bouw wil gaan starten.
Zo voorkomen we dat de ontwikkelaar al start met de bouw, terwijl ons bezwaar of beroep nog in behandeling is. Het verzoek om een voorlopige voorziening schorst namelijk de werking van het besluit totdat de rechtbank over het verzoek voor een voorlopige voorziening heeft beslist.
De President van de rechtbank zal bij de beoordeling van een verzoek een afweging maken tussen de belangen van degenen die het verzoek hebben ingediend versus die van de houder van de bouwvergunning.

De rechter doet in de regel schriftelijk uitspraak nadat er een zitting heeft plaats gevonden. De voorziening die de rechter treft betreft meestal ‘schorsing van het besluit voor verlening van de bouwvergunning’, dus dan mag men niet verder gaan met de bouw.
Inschakelen advocaat mr. Henri Sarolea,

Voor deze juridische procedures, die dus pas starten op het moment dat het stadsdeel een besluit inzake de bouwvergunning heeft genomen, zal Stop Fountainhead zich laten bijstaan door de bekende Amsterdamse advocaat mr. Henri Sarolea, gespecialiseerd in ruimtelijke ordenings-, bouw- en huurrecht.

Wij hebben inmiddels een contract met hem gesloten voor bovenbeschreven 1e en 2e fase. Dankzij de succesvolle ledenwerfactie hebben wij inmiddels voldoende geld om deze eerste twee fasen te betalen!

Hiermee zijn we er echter nog niet, want we moeten ons wel realiseren dat het stadsdeel zelf het bevoegde gezag is dat een besluit neemt over het ingediende bezwaarschrift en zij willen dit project absoluut door laten gaan!
Daarom houden wij er rekening mee dat we ook de volgende stap(pen) zullen moeten doorlopen:

3.‘Instellen beroep’
Indien we het niet eens zijn met de beslissing die het stadsdeel neemt op het bezwaarschrift, kan binnen zes weken beroep tegen deze beslissing worden ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank toetst de hele procedure, die is gevolgd voor het verlenen van de bouwvergunning en de vrijstellingen. Dit is dus een zeer belangrijke procedure, want dan zal de rechtbank zich buigen over de zeer chaotische en verwarrende procedures die het stadsdeel heeft gevolgd!

4.‘Instellen hoger beroep’
Mocht dit toch nog niet voldoende zijn, dan kan tegen de beslissing van de rechtbank binnen zes weken na het besluit van de rechtbank hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Als het nodig is al deze procedures te doorlopen zal dit jaren in beslag nemen. Wij houden u op de hoogte en rekenen daarbij op uw steun!

Monday, July 24, 2006

Zienswijze tegen het ontwerp bestemmingsplan

















De zienswijze tegen het ontwerp bestemmingsplan is ondertussen ingediend. De tekst staat hieronder beschreven.

Ontwerp Bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden biedt geen enkele zekerheid dat toegezegde speelvoorziening er ook echt komt

Vanaf 13 april t/m 24 mei 2006 heeft het Ontwerp Bestemmingsplan Borneo, Sporenburg en Rietlanden, d.d. 5 april 2006, ter inzage gelegen.
In dit voorstel voor herziening van het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de resultaten van de vrijstellingprocedure voor Foutainhead, die het stadsdeel in 2005 heeft gevolgd (artikel 19 lid 2 Wet ruimtelijke ordening) en met het aanplempen van een klein deel van de IJ-haven voor groen- en speelvoorzieningen.

De vereniging 'Stop Fountainhead' heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om in te spreken tijdens de door het stadsdeel georganiseerde informatieavond op 19 april en een zienswijze tegen het Ontwerp Bestemmingsplan in te dienen.

Allereerst hebben wij in onze zienswijze onze belangrijkste bezwaren tegen het bouwplan Fountainhead nogmaals toegelicht.
Deze bezwaren zijn:

•woningdichtheid: met de bouw van Fountainhead komen er 236 woningen extra op Sporenburg; 25 meer dan het eerder bestuurlijk vastgesteld maximum aantal woningen van 1166.

•bevolkingsdichtheid: op dit moment overstijgt het bewonersaantal ruim de prognoses voor de bevolkingsdichtheid op Sporenburg. De gemeente laat echter na de feitelijke gebouwde stedenbouwkundige situatie anno 2005 als uitgangspunt voor haar plannen te nemen, maar baseert zich nog steeds op de oorspronkelijke uitgangspunten die in 1990 (!) zijn vastgesteld.

•overschrijding van de bestemmingsplangrenzen: de gemeente noemt de overschrijding van de oorspronkelijke bestemmingsplangrenzen een overschrijding van beperkte aard. Het betreft echter een overschrijding met ruim 8.730 m2 ofwel bijna twee voetbalvelden!

•ruimtelijke onderbouwing: de ruimtelijke onderbouwing bij het plan is volstrekt onvoldoende. De ruimtelijke onderbouwing brengt de gevolgen van het gewijzigde plan in de directe omgeving en de effecten van de bovengrondse parkeervoorziening niet in beeld.
Pas op de 6e bouwlaag zijn woningen. De levendigheid van de woningen zal daarmee niet bijdragen aan het straatbeeld, de sociale veiligheid en de sociale samenhang tussen het wonen en de openbare ruimte.

•onderzoek luchtkwaliteit: de effecten van de bovengrondse parkeergarage, de geproduceerde emissie en het effect van het natuurlijk uitventileren van de emissie over de woonbuurt inclusief het geprojecteerde speelterrein zijn ten onrechte niet onderzocht.

•windhinder: in het onderzoek ontbreekt het bewijs dat de voorgeschreven windbrekende voorzieningen ook inderdaad realiseerbaar en uitvoerbaar zijn. Vanwege de aanwezigheid van kabels en leidingen hebben wij grote twijfels of alle benodigde bomen wel op de vereiste plekken kunnen worden aangeplant, met name op de plek waar de meeste windhinder zal optreden (de zuidoosthoek van het gebouw).

•het stadsdeel verzuimt de belangen van de inwoners te behartigen: nog in geen enkel stuk heeft het stadsdeel een onderbouwing kunnen geven voor de enorme, voor de buurt zeer belastende, toename van het aantal woningen in de beoogde prijsklasse. De geplande appartementen dragen niet bij aan het oplossen van de problemen op de Zeeburger woningmarkt. Wiens belang wordt er met dit project gediend? Niet dat van de bewoners van Zeeburg!

Ten tweede hebben wij bedenkingen ingediend tegen een aantal specifieke onderdelen van het Ontwerp Bestemmingsplan:

•onvoldoende toelichting: in de toelichting ontbreekt een onderbouwing van het ruimtelijk beleid van de gemeente, dat aan de wijziging van de Fountainhead-locatie ten grondslag ligt.

•parkeren mogelijk op 1e t/m 5e bouwlaag: de ontwikkeling van een bovengrondse parkeervoorziening is in flagrante tegenspraak met het beleidsvoornemen van het bestuur. Het Ontwerp Bestemmingsplan dat op vijf bouwlagen (1e t/m 5 e) parkeren toestaat, is daarnaast nog een verslechtering ten opzichte van de al onacceptabele situatie in het vrijstellingsbesluit ex art. 19 lid 2 WRO.

•onderzoek luchtkwaliteit: het onderzoek naar de luchtkwaliteit is gebaseerd op niet onderbouwde en naar onze mening, met name voor de situatie bij de ingang van de Piet Heintunnel, foutieve veronderstellingen waarmee het rapport onvolledig en mogelijk onjuist is.

•het ontwerp biedt geen enkele zekerheid dat de speelvoorziening er ook daadwerkelijk komt en van voldoende kwaliteit en omvang zal zijn:
1.de watertoets inclusief de verplichte compensatie voor het verlies aan wateroppervlakte ontbreekt;
2.de consequenties voor de windhinder van deze landuitbreiding zijn niet onderzocht;
3.de consequenties van deze landuitbreiding voor de beschermde planten en diersoorten ter plaatse zijn niet onderzocht;
4.het ontwerp is niet duidelijk over de plaats waar de noodzakelijke (ca. 600 m²) speelvoorziening t.b.v. de school (die ook in Fountainhead komt) wordt ingericht; gaat de 'landaanwinning' tevens dienen als speelterrein voor de school en is deze dan voldoende groot?
5.de omvang van de speelvoorziening is onvoldoende; de kwaliteit onduidelijk.
Aan de compensatie voor het spelen stellen wij de eis dat deze in kwaliteit en omvang minimaal gelijkwaardig moet zijn aan de huidige situatie -het huidige trapveld- en rekening moet houden met extra gebruik door de school en de extra bewoners van Fountainhead;
6.voor aanleg van extra land en demping van een deel van de haven dient een aparte vergunning te worden aangevraagd. In dit stadium is er geen enkele garantie dat de noodzakelijke vergunning(en) daadwerkelijk kunnen worden verleend;
7.de verplichte economische onderbouwing ontbreekt;
Aan de beoordeling van de economische uitvoerbaarheid van deze compensatie voor het verlies aan speelruimte door de bouw van Fountainhead dient een gedegen berekening ten grondslag te liggen. Tevens vragen wij garanties dat het stadsdeel op haar begroting tijdig de noodzakelijke voorzieningen treft om de extra kosten die dit meebrengt te dekken, zodat deze landaanwinning daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.

Conclusie speelvoorziening:
Conform het beleid van het Stadsdeel en de op 27 september 2005 door de stadsdeelraad aangenomen motie, erkent ook het Stadsdeel dat een bouwplan op de Fountainhead locatie uitsluitend kan worden gerealiseerd indien een adequaat alternatief voor het huidige trapveld wordt aangelegd.

Het ontwerp bestemmingsplan biedt echter geen enkele zekerheid dat deze beperkte landaanwinning voor groen- en speelvoorzieningen er ook daadwerkelijk komt en van voldoende kwaliteit en omvang zal zijn.

Wij eisen van het stadsdeel een absolute koppeling tussen deze twee onderdelen van het plan. Wij eisen een garantie dat de locatie niet zal worden bebouwd indien niet gelijktijdig een adequaat alternatief voor het huidige trapveld kan worden aangelegd. Dat alternatief mag niet leiden tot extra overlast voor omwonenden.

Tot slot maken wij bezwaar tegen de procedure:
• De procedure voor de vaststelling van het Bestemmingsplan Borneo Sporenburg etc. is als gevolg van dubbelzinnige informatie van het dagelijks bestuur, een gebrek aan voortgang en het pas ruim een jaar later beantwoorden van de ingediende zienswijzen van de betrokkenen, verworden tot een onacceptabele chaos.
Pas nu het vrijstellingbesluit ex artikel 19 lid 2 Wet ruimtelijke ordening (WRO) is genomen en de bouwaanvraag en het verzoek om vrijstelling ex art. 15 WRO al geruime tijd in behandeling zijn, wordt de procedure voor herziening van het bestemmingsplan hervat.

• Met de gekozen procedure om eerst de vrijstellingsverzoeken en bouwaanvraag voor Fountainhead in behandeling te nemen en de herziening van het ‘conceptontwerp Bestemmingsplan Borneo Sporenburg en Rietlanden’ tijdelijk stop te zetten, wordt de mogelijkheid om een zorgvuldige en integrale afweging te maken tussen alle aspecten die relevant zijn voor de ontwikkeling van Sporenburg afgesneden én zijn de stadsdeelraad en de provincie Noord-Holland op een zeer ondemocratische wijze buiten spel gezet.
Wij maken hier ernstig bezwaar tegen en dringen er bij het stadsdeel op aan eerst de herziening van het bestemmingsplan af te ronden en daarna pas de bouwaanvraag en gevraagde vrijstelling ex art. 15 WRO verder in behandeling te nemen.


Met vriendelijke groet,
juridische commissie 'Stop Fountainhead'


Tot slot
Voor leden van de vereniging ' Stop Fountainhead' is de volledige tekst van onze zienswijze op te vragen via stopfountainhead@xs4all.nl

Huishoudelijk reglement ver. Stop Fountainhead

HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de:Vereniging 'Stop Fountainhead' , gevestigd te Amsterdam.

Huishoudelijk reglement
Het huishoudelijk reglement is goedgekeurd op de oprichtings-/ledenvergadering d.d. 24 januari 2006.

Artikel 1.
Het bestuur streeft ernaar te bestaan uit vier leden. De voorzitter leidt de vergaderingen en draagt zorg dat de genomen besluiten worden uitgevoerd. Bij tijdelijke ontstentenis van de voorzitter treedt de vice-voorzitter op als plaatsvervanger.
Artikel 2.
Het bestuur is bevoegd tot het aantrekken van personen en/of het instellen van commissies en deze tijdelijk te belasten met bijzondere opdrachten. Deze personen of leden van commissies zullen worden uitgenodigd een bestuursvergadering bij te wonen, indien daarin wordt gesproken over de aan hen verleende opdracht.
Artikel 3.
Bestuursbesluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Een geldig besluit kan slechts genomen worden, wanneer meer dan de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is. Een bestuurslid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander bestuurslid doen uitbrengen. Het bestuur draagt er zorg voor, dat de genomen besluiten worden genotuleerd.
Artikel 4.
Bestuursvergaderingen worden gehouden zo vaak als de voorzitter of twee andere bestuursleden dit nodig vinden. Als regel wordt er elk kwartaal een bestuursvergadering gehouden.
Artikel 5.
Het bestuur is bevoegd in naam van de leden rechten te bedingen en verplichtingen aan te gaan. Voor het aangaan van verplichtingen boven de 500 euro is een goedkeuring van de algemene ledenvergadering vereist.
Artikel 6.
De secretaris voert de correspondentie en ziet toe op de notulering van de vergaderingen. Hij/zij is voorts belast met de ledenadministratie, de correspondentie, het opstellen van het jaarverslag en het beheer van het archief.
Artikel 7.
De penningmeester is belast met het innen van de contributies en het doen van betalingen. Hij/zij voert het beheer over de geldmiddelen en houdt boek van de inkomsten en uitgaven. Hij/zij voert correspondentie verband houdende met het financieel beheer. Hij/zij is persoonlijk verantwoordelijk voor alle onder zijn beheer zijnde gelden van de vereniging, behalve voor de gelden welke zijn gestort bij de bank.
Artikel 8.
Het bestuur is verplicht een afschrift van de akte van oprichting en van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden register.

Artikel 9.
Indien een lid van het bestuur naar oordeel van het bestuur in ernstige mate handelt in strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement en/of de belangen van de vereniging, is het bestuur bevoegd dit lid in zijn functie te schorsen. Het besluit tot schorsing van een bestuurslid dient te worden genomen met tenminste twee derde van het aantal stemmen (het betrokken bestuurslid niet meegerekend). Het besluit wordt onmiddellijk schriftelijk, eventueel per aangetekend schrijven, aan het bestuurslid medegedeeld. Indien een lid van het bestuur is geschorst, is beroep mogelijk op de algemene ledenvergadering.
Artikel 10.
Wijzigen van dit reglement kan alleen geschieden in een algemene vergadering, indien de desbetreffende voorstellen in de oproepingsbrief zijn vermeld. Een zodanige oproepingsbrief moet tenminste 7 dagen voor deze vergadering aan de leden worden toegezonden.
Artikel 11.
In gevallen van geschil omtrent de uitleg van de bepalingen van dit reglement en in gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.



Aldus vastgesteld, Amsterdam 24 januari 2006



M. Groen, voorzitter



R. Sonneveld, secretaris



A. Kluck, penningmeester



M. van Velzen, vice-voorzitter

Statuten vereniging Stop Fountainhead

Statuten

De statuten zijn goedgekeurd op de oprichtings-/ledenvergadering d.d. 24 januari 2006.

Huishoudelijk reglement

Het huishoudelijk reglement is goedgekeurd op de oprichtings-/ledenvergadering d.d. 24 januari 2006.

STATUTEN van de: Vereniging 'Stop Fountainhead', gevestigd te Amsterdam.

NAAM EN ZETEL

Artikel 1.
De vereniging draagt de naam: Vereniging 'Stop Fountainhead'. Zij is gevestigd te Amsterdam.

DOEL
Artikel 2.
1. De vereniging heeft als doelstelling het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van de woon- werk-, en leefomstandigheden van allen die op Borneo/Sporenburg, KNSM-eiland en omgeving wonen en werken, waaronder het voorkomen van een bouwplan op kavel Sp1 op Sporenburg dat op onacceptabele wijze inbreuk maakt op de leefomstandigheden.
2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken, hetzij zelfstandig, hetzij door samenwerking met derden, met soortgelijke verenigingen, stichtingen of organisaties door: a. kritisch alle ontwikkelingen te volgen die mogelijk een negatieve invloed hebben op de planvorming voor de betreffende lokatie; b. het benutten van inspraakmogelijkheden, het indienen van bezwaarschriften en/of alternatieven en het eventueel instellen van rechtsvorderingen en/of optreden als procespartij in (gerechtelijke) procedures wanneer het in artikel 2, lid 1, genoemde doel in het geding is;c. het verstrekken van informatie, het onderhouden van contacten met overheden, pers en andere (rechts)personen, dan wel;d. al datgene meer te doen wat nuttig en/of nodig is ter bereiking van het in artikel 2, lid 1, genoemde doel.

DUUR
Artikel 3
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar van de vereniging is het kalenderjaar.

LIDMAATSCHAP
Artikel 4.
1. De vereniging kent leden.
2. Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die zich als zodanig bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als lid zijn toegelaten. Leden dienen het doel zoals omschreven in artikel 2 te onderschrijven. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten.
3. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen

Artikel 5
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting (royement).
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. Zij geschiedt schriftelijk aan het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.

Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk:
a. indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
b. binnen een maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is geworden of medegedeeld (tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen).

3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan door het bestuur worden gedaan:
- wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld, zoals het voldoen aan zijn geldelijke verplichtingen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de redenen.

4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de- ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.

5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.


DONATEURS

Artikel 6
1. Donateurs zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging eenmalig of jaarlijks te steunen met een financiële bijdrage en door het bestuur als donateur zijn toegelaten.
Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. Zij zijn geen leden.


contributies

Artikel 7
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de jaarlijkse contributie van de leden, bijdragen van donateurs en andere toevallige inkomsten.

2. Ieder lid is jaarlijks een contributie verschuldigd. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Ieder lid kan zich verplichten eenmalig of jaarlijks een veelvoud van de jaarlijkse bijdrage te betalen.

3. Het bestuur houdt een register aan, waarin de namen en (e-mail)adressen van alle leden en donateurs zijn opgenomen.


BESTUUR

Artikel 8
1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen. De bestuursleden worden door de algemene ledenvergadering benoemd uit de leden van de vereniging.

2. De bestuursleden wijzen uit hun midden een voorzitter, secretaris, penningmeester aan. Tevens kunnen vervangers worden aangewezen voor de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester.

3. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit tot schorsing of ontslag met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

4. De schorsing eindigt wanneer de algemene ledenvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.

5. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal drie jaar. Onder een jaar wordt te dezen verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene ledenvergaderingen. De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar.

6. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Indien het aantal bestuursleden beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur bestuursbevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.

Artikel 9
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
2. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte.

3. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris of de penningmeester, dan wel de secretaris tezamen met de penningmeester.

4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden alsook aan anderen, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.


COMMISSIES
Artikel 10.
Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, die door het bestuur worden benoemd.


ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN

Artikel 11.
1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben de leden die niet geschorst zijn, alsmede degenen, die daartoe door het bestuur en/de algemene ledenvergadering zijn uitgenodigd.
Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.

2. Stemgerechtigd in de algemene vergadering zijn voormelde leden. Ieder stemgerechtigd lid heeft één stem in de algemene vergadering. Een stem kan niet door een gemachtigde worden uitgebracht.

3. De voorzitter bepaalt de wijze waarop stemmingen in de algemene ledenvergadering worden gehouden.

4. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.Ongeldige en blanco stemmen worden geacht als niet te zijn uitgebracht.

Artikel 12
1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door zijn vervanger of een van de andere bestuursleden.
Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. Van het ter algemene ledenvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon.

Artikel 13
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
Jaarlijks wordt ten minste één algemene ledenvergadering gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering. In deze algemene ledenvergadering brengt het bestuur mondeling of schriftelijk verslag uit over het gevoerde beleid.
Tevens legt het de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering over.
Deze financiële stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.

2. De algemene vergadering benoemt uit haar midden een kascommissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De kascommissie onderzoekt de in lid 1 bedoelde financiële stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.

3. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.

Artikel 14
1. Naast de algemene vergadering bedoeld in het vorige artikel, worden algemene vergaderingen door het bestuur bijeengeroepen zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt.

2. Algemene ledenvergaderingen kunnen ook worden gehouden op verzoek van ten minste tien procent van de leden. Zodanig verzoek moet schriftelijk aan het bestuur worden gedaan onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Het bestuur is alsdan verplicht tot het bijeenroepen van een ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene ledenvergadering overgaan op de wijze als in lid 3 bepaald. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.

3. De bijeenroeping van de algemene ledenvergadering geschiedt op een termijn van ten minste zeven dagen door schriftelijk mededeling aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 8 en/of via andere media als e-mail.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.


STATUTENWIJZIGING

Artikel 15
1. Deze statuten kunnen worden gewijzigd bij besluit van de algemene ledenvergadering.
2. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene ledenvergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
3. Op de oproeping van de betreffende vergadering moet zijn vermeld, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn van oproeping tot zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen.
4. Zij, die de oproeping voor de vergadering hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden en deze op verzoek van leden voorafgaande aan de vergadering schriftelijk aan de leden die daarom hebben verzocht doen toekomen.


ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 16
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ledenvergadering. Het bepaalde in artikel 15 leden 1, 3, 4 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene ledenvergadering tot ontbinding van de vereniging met dien verstande, dat thans een meerderheid is vereist van ten minste vier/vijfde van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. De algemene ledenvergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging.

3. De vereffening geschiedt door het bestuur of door een door de algemene ledenvergadering aangewezen vereffenaar.

4. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.

5. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende tien jaren na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaars als zodanig is aangewezen.


REGLEMENTEN

Artikel 17
1. De algemene ledenvergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin huishoudelijke zaken en andere onderwerpen worden geregeld, welke niet in de statuten zijn vervat of welke een nadere regel behoeven.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.

3. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 15 leden 1, 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.


SLOTBEPALING

Artikel 18
Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.



Aldus vastgesteld en ondertekend in tweevoud, Amsterdam 24 januari 2006


M. Groen, voorzitter


R. Sonneveld, secretaris


A. Kluck, penningmeester


M. van Velzen, vice-voorzitter